The Trophy Shot - Een dilemma voor landschaps en natuurfotografen
Ik ben als fotograaf in de gelukkige omstandigheid dat ik sommige gebieden in Afrika wat vaker kan bezoeken. Zo ook de imposante zandduinen en de opgedroogde witte klei vlakte van deadvlei.
Er zijn weinig fotografen die Namibië bezoeken en deze postkaart bestemming niet toe willen voegen aan hun portfolio. Deadvlei is dan ook een iconische locatie en een “must-have” foto kans voor vrijwel iedere fotograaf.
Hoewel velen nog nooit eerder op deze plek geweest zijn, zie je dat er wel veel aandacht besteed is aan het huiswerk. Door social media een avondje uit te pluizen weten ze van te voren al welk beeld ze na willen maken. Ze lopen gericht 3 of 4 composities af en werken in 45 minuten hun wensenlijstje af.
En juist dat namaken van beeld en composities is de strekking van dit artikel. Ga je voor dat “trophy shot” of geef je je eigen creativiteit de ruimte?

Een vriend van me merkte deze week ook al op dat het soms lijkt alsof we de competitie met elkaar aangaan. Dit resoneerde direct bij me en ik kon hem, hoe triest ook, niet anders dan gelijk geven. We vragen openlijk naar de locatie als iemand een mooi beeld heeft gemaakt, fotografen zetten hun stoel rond 12.00 uur op bij de wildbaan op de Hoge Veluwe om omstreeks 18.00 uur het “beste” plekje te hebben. Als iemand een goed beeld heeft gepost op social media kunnen we het niet laten om snel te laten zien dat wij een nog beter beeld in ons portfolio hebben.
Zonder een oordeel te vellen, want ook ik jaag op die iconische beelden, zie ik ons dan ook vaak als de oude big-game hunters. We zijn allemaal bezig met het samenstellen van onze eigen trophy wall met de koppen van leeuwen, buffels, gemsbokken, dik-dik’s, klipdassen en gerbils. Maar in plaats van deze dieren zijn het onze beelden van de posbank, de hoge venen, de jonge vossen in de AWD, de zeevonk bij Katwijk en iets verder weg dus ook deadvlei.
Hoe ga ik met deze iconische beelden om? Als het de eerste keer is dat ik op een bestemming aanwezig ben zoek ik toch vaak die plek op waar het droombeeld gemaakt kan worden, als is het maar om mijn eigen versie hiervan te hebben. Daarnaast zijn dit ook vaak de specifieke locaties die het goed doen bij stockbureau’s. Ze niet maken zou dus economisch niet verstandig zijn.
Tijdens mijn laatste trip naar deadvlei wilde ik een veelgeprezen compositie weer eens opnieuw maken vanwege de betere kwaliteit van mijn apparatuur. Nadat ik de APS-C sensor van 24 megapixels in 2010 en de 36 megapixel fullframe in 2016 had gebruikt was het nu de beurt aan de Pentax 645Z, een 50 megapixel middenformaat camera.
Een mooi beeld, strakke lijnen en weinig op aan te merken. Maar het gevoel dat duizenden fotografen voor mij dit beeld ook al gemaakt hadden, maar ook de wetenschap dat honderden miljoenen mensen deze compositie ook al kenden gaven mij geen uniek gevoel.
Gedurende de afgelopen jaren ben ik tot de conclusie gekomen dat voor mij persoonlijk de grootste beloning vaak ligt in het weglopen of vermijden van de geijkte en veelbeproefde locaties. Trophy shots die een uniek beeld laten zien, maar door de massaliteit nu ineens alledaags zijn geven mij niet meer de kick waar ik naar op zoek ben.



Als je eenmaal de drang voor het maken van dat trophy shot uit je systeem hebt gekregen gaat er een nieuwe wereld open voor je. Je neemt definitief afscheidt van de massa, een massa fotografen die niet zelden zelfzuchtig en egoïstisch zijn, maar hebt nu ineens oog voor de echte schoonheid van de plek waar je bent.
Na een plek één of twee keer bezocht te hebben, vermijd ik hem vaak helemaal en ga ik op zoek naar eigen, persoonlijke en unieke ervaringen.
Er is echt niets beter dan je geen zorgen te hoeven maken of je er wel op tijd bent om je plekje te claimen of dat er wel genoeg plek is voor je statief in de wirwar van carbon-poten.

Ik ben erg benieuwd naar jullie mening in deze. Hoe denk jij over het fotograferen van de geijkte klassiekers? Is er een dilemma tussen je wens om een iconische plek te fotograferen en je wens om geen deel uit te maken van de massa?
Duidelijk verhaal en mooie overpeinzingen.
Had het toevallig met m’n vriendin erover dat de westerse cultuur zo veel competitie drang in zich lijkt te hebben. Van jongs af aan krijg je termen naar je hoofd geslingerd als: beter dan, sneller dan, groter dan, alleen de 1e plaats telt, brutalen hebben de halve wereld, bovengemiddeld (ik hoor nooit ondergemiddeld ;-)), etc 🙂
Termen als; samen met, plezier hebben, sociale intelligentie, conformeren, bescheiden, horen er net zo goed bij en zijn in een beschaafde ontwikkelde maatschappij net zo belangrijk – denk ik.
Minder competitie geeft misschien ook minder, “dat wil ik ook” beelden en het afwerken van het spectaculaire lijstje. Iemand een mooi beeld gunnen en zelf op zoek gaan naar je eigen interpretatie of visie op de wereld is dan wellicht een betere benadering. Maar vaak zo lastig 🙂 Het zoeken van de schouderklop en waardering blijft aantrekkelijk, maar zou misschien met meer zelfverzekerdheid niet hoeven.
Dag Erik,
Ik signaleer dat inderdaad zelf ook al enkele jaren. Naast “dat wil ik ook” lijkt ook een onstilbare honger te zijn naar “meer”. Sterker nog, zonder de drang van de consument naar meer, zouden er erg veel economieën sneuvelen. De competitie drang heeft daar natuurlijk ook mee te maken. Ikzelf blijf hierbij ook niet buiten schot, want ook ik wordt vrolijker van een beeld dat veel reacties oplevert op social media, dan een beeld dat ongesneeuwd wordt in de massa beeld die we dagelijks voorbij zien komen.
Het zoeken naar bevestiging is me gelukkig wel vreemd, met dat zelfvertrouwen zit het namelijk wel goed ;-). Het doet me wel goed dat ik aan de reacties te beoordelen nog erg veel fotografen zijn die net als ik de drang hebben om zelf op zoek te gaan naar hun eigen versie van het perfecte plaatje!
Ik ben het met je eens Mike, het namaken van een bepaalde compositie/beeld is, als je deze gemaakt heb, niet bevredigend. Het enige wat ik dan denk is, oké zo is het gemaakt. Maar het heeft niets het spreekt niet (meer).
Als je dan voor een iets andere invalshoek kiest of een andere plek of je eigen inzicht heb je er vaak wel een goed gevoel bij. En of dat dan gewaardeerd wordt moet je maar naast je neerleggen. Het is tenslotte jouw inzicht van wat jij gezien hebt en vast wil leggen.