Voor de workshop van vandaag waren de beken in Gortel het decor. In dit prachtige lentebos hebben we ons bekwaamd in het gebruik van filters. Het ND-filter en het polarisatiefilter waren de hoofdrolspelers. Het doel van de workshop was om te leren zien wanneer je welk filter het beste kunt toepassen en of dat filter ook het gewenste resultaat heeft. Polarisatie zorgt ervoor dat je door het wateroppervlak heen kunt kijken, maar dan moet de bodem wel interessant genoeg zijn. Bovendien satureert hij de kleuren ook fors en kan het ‘over the top’ zijn. Het ND-filter werkt vooral goed als je het water wat ‘romiger’ wilt maken zonder golfjes en spiegeling.
Belangrijk bij landschapsfotografie is dat je de ‘workflow’ consequent uitvoert, zodat je alle opnamen maakt die je nodig hebt om achteraf te bewerken. Welke foto met welk filter en bij welke belichting het beste resultaat geeft, zie je eigenlijk pas goed op je beeldscherm thuis. Je kunt daar beslissen met welk(e) beeld(en) je aan de gang gaat. Eventueel kun je ook nog HDR toepassen op een serie belichtingen.
Een paar tips;
– Maak eerst een proefopname uit de hand en plaats je statief pas dan op (exact) dezelfde plaats en hoogte
– Maak meerdere belichtingen met variatie is stops
– Werk in live view voor een opgeklapte spiegel en nauwkeuriger handmatige focus
– Werk op 100 iso en witbalans daglicht (ziet er beter uit op je display dan AWB)
– Stel telkens opnieuw handmatig scherp als je filters hebt gewisseld of van positie wisselt
– Gebruik liefst de timer en geen draadontspanner. Die kan ook trekken aan je opstelling
– Fotografeer op f16. Lager geeft te weinig scherptediepte, hoger kan randvertekening geven in je beeld
– Probeer naast je groothoek ook eens een telelens voor een ver weg landschapsfoto
– Neem waterdichte laarzen mee. De mijne lekten nogal vandaag;-)